Zwarte theebladeren ondergaan vier behandelingen. Eerst worden de blaadjes verwelkt. Dat gebeurt door de bladeren te spreiden op een lopende band waar onderaan warme lucht wordt doorgeblazen. Dat verwerkingsproces gaat door tot het vocht in de bladeren is gereduceerd wordt tot 50%. Daarna worden de bladeren gebroken door ze een halfuur tussen twee horizontaal schurende vlakken te kneuzen. Zo komt er vocht, ofwel bladsap, uit de theebladeren. Hierdoor begint het blad automatisch te oxideren. De oxidatie zorgt voor de zwarte kleur en de typische smaak en aroma van het blad. De bladeren worden vervolgens overgebracht naar een koele plaats in de fabriek waar de oxidatie kan verdergaan. Gemiddeld blijft zwarte thee tussen één à vier uur in de oxidatiekamer. Hoelang hij daar blijft, bepaalt in grote mate het karakter van de uiteindelijke thee. Bij het bereiken van het optimale oxidatieniveau worden de bladeren gedroogd in een oven tot het blad een vochtgehalte van 5% heeft. Daardoor stopt het oxidatieproces en blijft de bekomen smaak bewaard. Na die bewerkingen blijft van 100 kilogram geplukte bladeren, ongeveer 20 kilogram zwarte thee over. Zwarte thee is levendig, moutachtig, vol en versterkend vanwege de intense smaken die tijdens het oxidatieproces ontstaan.