Witte thee is bijzonder en werd tot enkele jaren geleden ook exclusief in China geoogst. Vandaag produceren ook andere landen, zoals bijvoorbeeld Vietnam en Sri Lanka, witte thee. Witte thee is de minst bewerkte thee van alle soorten en heeft een bepaald imago: het is een thee van uitzonderlijk hoge kwaliteit en staat voor exclusiviteit. Daarom is de terroir (bodem, klimaat en hoogte) van witte thee zo belangrijk. De theestruiken worden verbouwd in het meest aangewezen klimaat, op de meest vruchtbare bodem op precies de juiste hoogte. Bovendien gebeurt de pluk altijd manueel, omdat enkel de bladknoppen en de blaadjes aan de top worden geplukt. Geen enkele machine kan namelijk zo subtiel plukken. Het plukken en verwerken moet uiterst voorzichtig gebeuren, omdat de bladeren niet gekneusd mogen worden, anders vindt er oxidatie plaats en dat is bij witte thee uit den boze. Na het plukken, worden de bladeren voorzichtig verspreid en gedroogd in een kamer met een temperatuur van 30°C en weinig luchtvochtigheid tot het vocht gereduceerd is tot de helft. Nadien wordt het theeblad voorzichtig gedroogd in een wok of in een oven op een temperatuur van 40°C, tot het vocht ook hier gedaald is tot 5%. Witte thee dankt zijn naam aan de fijne witte donshaartjes waarmee de eerste blaadjes, vroeg in het seizoen, zijn bedekt. Ook de infusie van witte thee heeft bijna geen kleur.